Adriaen Gerritsz Jes Jonge de
Adriaen Gerritsz Jes Jonge de,
geb. in 1645 te Huijsen; Koptienden Eerste: 1670-71,
ovl. in 1675 te Huijsen; Koptienden Laatste: 1686-47,
, -
AERJAN / ADRIEAEN / ADRIAEN / ADRIEIJAN GERRITSEN JES
Huizen Koptienden (1670-71 1686-47):
1670-71: v. Lambert Jansz Swart 7 cop
- v. Toenis Jansz Panne 3/4
- Situatie: 7 cop 3/4
1674-57: v. Dirck Lambertsz 7 cop
- Situatie: 1 Spt 6 cop 3/4
1675-57: v. Elbert Jansz Swart 4 cop 1/4
- Situatie: 2 Spt 3 cop
1686-47: op Jacob Cornelisz Wijch 4 cop 3/4
- op Claes Meeuwisz 1 Spt 6 cop 1/4
-
ORA-184-3227A067/068; 22-06-1667: Verclaerden Jan Jansz als weduwnaer van Gerrittgen Claes aen d'ene @ Jan Lambertsz Swart schout des dorps huijsen als halve broeder @ Marten Lambertsz mitsgaders Gijsbert Elbertsz (Deult) als oomen van
s'moeders sijde @ te samen als vooghden van twee kinderen bij de voorn Jan Jansz aen Gerritje Claes sijn huijsvrouw verweckt
-
ORA-184-3227A071: 12-03-1669: Huwelijksakte Adriaen Gerritsz Jes jongman tot huijsen @ Rutien Lamberts jonge dochter mede aldaer; Gerrit Jacobsz de Jonge als vader van voorn Adriaen Gerritsz Jes aen d'ene mitsgaders Jan Lambertsz Swart schout
deses dorps en broeder van de voorn Ruttgen Lamberts als oock Marten Lambertsz @ Gijsbert Elbertsz Deult, oomen van deselve Ruttgen Lamberts aen d'andere sijde
-
ONA-3669A177; 31-03-1674: Huwelijkse voorwaarden tussen Hendrick Lambertsz weduwnaar van Teuntge Goossens ter enen en Oettgen Jansen weduwe van Jan Lambertsz Zwart in zijn leven schout tot huijsen aan d'andere; Adriaen Gerritsz en Jan Cornelisz
buurluij tot huijsen als getuijgen
-
ORA-184-3214A005; 31-03-1674: Akte van bewijs. Alsoo Jan Lambertsz Swart in sijn leven schout van Huijsen deser wereldt overleden sijnde, nagelaten had vijff (5) kinderen geprocreeert bij Oetge/Oetje Jans, die wenst een nieuw huwelijk aan te
gaan met Hendrick Lambertsz ter eenre en Adriaen Gerritsz mitsgaders Jan Cornelisz als voogden over de voorn. nagelaten weeskinderen van Jan Lambertsz Swart aan de andere zijde. dat zij voorts aan haar 2 zonen en 3 dochters geprocreeert bij Jan
Lambertsz Swart. En voorts wat haar aanbestorven is door het overlijden van Bijttgen Everts weduwe van Elbert Jansz Swart
-
ORA-184-3172; 23-01-1676: Marten Elbertsz noe uxoris cum secijs ? erfgenaem van Stijntge Joosten eijsscher CONTRA Hendrick Lambertsz als getrout hebbende de weduwe van Jan Lambertsz Swart @ Ruttge Lamberts (Swart) weduwe van Adriaen Gerritsz
(Jes ?) de Jonge erfgenamen van Lambert Jansz Swart; betreft betaling van f 32 ter saecke van seeckere schepenkennisse in dato 17-12-1596
-
ORA-184-3172; 14-03-1680: Jan Pietersz Schram als vooght over de kinderen van Claes Pietersz; hendrick Lambertsz noe euxoris en vooght over de kinderen; Willem Evertsz als vooght over de kinderen van Jannetge Claes, Jacob Zijbrantsz, Jan
Harmensz, Rutie Lamberts (Swart) weduwe van Adriaen Gerritsz Jes, Melisje Elberts (Vos) als moeder en vooghdes van haere kinderen geprocreert bij Lambert (Tijmens Swart) enz eijsschers CONTRA Jannetie Lamberts Weduwe van Lubbert Rutten,
mitsgaders Rut Lubbertsz soon en erfgenaem van deselve sijne vader gedaagde.
De eijsscher seijde dat Lubbert Rutten zaliger staende huwelijk met de gedaegde in desen van Elbert Jansz Swart haeren pre-doesseur ?? hadt opgenomen en op Interest ontfangen een somma van f 782 van een obligatie d.d. 12-03-1665 @ alsoo een
vrouwe gehouden is te betalen de helft van de schulden staende huwelijck gemaeckt, mitsgaders een soon als Erfgenaem van sijn vader voor de wederhelft
-
Naarden-OAH-214-Quohier zout en zeep; 09-05-1680: De weduwe v.Adriaen Gerritsz; Capit:1/4; Koehoudster; Zout: vat 1/8; v: 1, kb: 2, ko: 2; Personen: 4
-
ONA-3708A044; 12-12-1680: Jan Pietersen Schram als vooght over de kinderen van Claes Pietersen, Hendrick Lambertsen nominus uxoris en voogd over desselfs kinderen
- Willem Evertsen en Tijmen Pietersen Schram als vooghden over de kinderen van Janne Klaes, Jacob Sijbrantsen, Jan Harmesen, Rutjen Lamberts weduwe van Adriaen Gerritsen Jes, Melisje Elberts Vos als moeder en de vooghdesse van haer kinderen
geprocreeert bij Lambert Tijmesen Swart en verklaarden gesamenlijk machtig gemaakt te hebben Abraham Selkart van Wouws procureur in de zaak jegens Jannetien Lamberts weduwe van Lubbert Rutten mitsgaders Rut Lubbertsen zoon en erfgenaam van
deselve zijn vader
-
ONA-3709A39; 26-09-1681: Tijmen Pietersen Schram, Melisjen Elberts Vos weduwe van Lambert Tijmesen Swart jegenwoordig getrouwt met Jan Lambertsen Smit, Rutje Lamberts weduwe van Adriaen Gerritsen en Jan Harmesen van Hattum mitsgaders Hendrick
Ebben en Harmen Jacobsen jegenwoordige scheepenen alle woonende tot huijsen, verklaarden op verzoek van Claes Pietersen Schram en Jan Cornelissen Kleijn mede woonende tot huijsen, dat zij van Rut Lubbertsen na het overlijden van zijn vader
Lubbert Rutten, wegens seeckere obligatie bij deselve sijn vader gegeven ten behoeve van Elbert Jansen Swart ter somme van f 782; 10;- in dato 12-03-1664 zij niet alleen rente hebben ontvangen maar ook een deel van het capitaal door Rut
Lubbertsen is betaelt en afgelost; getuigen Jan Barentsen Paes en Hendrick Lambertsen
-
ORA-184-3173; 23-061682: gehoort de pleijdoijen in de sake tusschen Pieter de Clercq eijsscher en Rutgen Lamberts (Zwart) weduwe van Adriaen Gerritsz Jes m.b.t. kopen van hantschoenen
-
ORA-184-3218A039; 01-04-1726: Lambert Willemsz Keijer (63) oud schepen alhier, Elbert Cornelisz Vos (60) mede alhier woonagtig, verklaarden ter requisitie van Lambert du Pré getrouwt met Aaltje Gijsbertsz Cos, wonende tot Sardam, mitsgaders
tern versoeke van Jan Adriaansz Jes als mede van Adriaan Lambertsz Jes wonende binnen dese dorpe Huijzen, dat sij seer wel hebben gekent en famillaire ommegang hebben gehad met Gijsbert Evertsz Cos en Rutje Lamberts (Swart) egtelieden, welke
egtelieden sij comparanten ook wel seer weten dat bij den anderen hebben geteelt en nagelaten is, een soon en een dogter genaamt Evert Gijsbertsz Cos en Aaltje Gijsbertsz Cos, sijnde de voorn: Evert Gijsbertsz Cos so sij bij gerugt hebben
gehoort in de Jaare 1707 voor de Camer van Enckhuijzen gevaren naar Ootsindie en aldaar nu enige tijd geleden overleden, en de voorn: Aaltje Gijsberts Cos, getrouwt en woonagtig te sijn tot Sardam, en wijders comparanten seer wel weten dat uijt
het voorsz huijwelijk geen andere kintkinderen sig bevinden, en mitsdien dat de voorn: Aeltje Gijsberts Cos de enigste suster is van de voorn. Evert Gijsbertsz Cos.
- Dat comparanten ook wel weten dat de voorn: Rutje Lamberts (Swart) alvorens het voorgemelde huijwelijk met Gijsbert Evertsz Cos, getrouwt is geweest met Adriaen Gerritsz Jes uijt welk huijwelijk geteelt en nagelaten sijn twee kinderen, met
name Jan Adriaansz Jes mede requirant in dese, en Lambert Adriaansz Jes welke alhier overleden zijnde nagelaten heeft een enige soon genaamt genaamt Adriaan Lambertsz Jes, welke is de laasten requirant en sulks dat de voorn: Jan Adriaansz Jes,
mitsgaders de voorn: Adriaan Lambertsz Jes de enige halve broeder en halve broederssoon is van de voorn: Evert Gijsbertsz Cos. Verder geen andere broeders of susters soo hele als halve of descendenten van dien (zie ook A060 en A062).- Vader:
Gerrit Jacobsz Jes Jonge de, zn. van Jacob Pietersz Jes,
geb. te Huijsen; Koptienden Eerste: 1647-63,
Sijlcoper en koehouder; Buurmeester,
OAH-II-E-181; Verponding 1679: 4 6 1;1676,77,78 doorgehaald,
ovl. op 18-11-1680 te Huijsen; DTB-18-Lidmaten-1675-1; ouderling,
, -
GERRIT JACOBSZ DE JONGE / JES
Huizen Koptienden (1647-63 1682-31):
1647-63: v. Lambert Jacobsz Koppen 1 Spt 2 cop
1651-63: v. Claes de Swart Schout 5 cop 1/2
- Situatie: 1 Spt 7 cop 1/2
1653-63: v. Tijmen Gerritsz 2 cop 3/4
- Situatie: 2 Spt 2 cop 1/4
1655-63: op Cornelis Dircksz 2 cop 3/4
Situatie: 1 Spt 7 cop 1/2
1660-46: v. Tijmen Coster 6 cop 1/2
- v. Claes Lambertsz 4 cop 1/8
- Situatie: 3 Spt 2 cop 1/8
1662-46: v. Lambert Teeuwisz 4 cop
- Situatie: 3 Spt 6 cop 1/8
1665-46: v. Jan Lambertsz Swart 4 cop
- v. Gerrit Gerritsz Doorn de Jonge 3 cop 3/4
- v. Claes Claesz Meijster 1 cop
- Situatie: 4 Spt 6 cop 7/8
- v. VADER Jacob Petersz Jes 1 Spt 5 cop 3/4
- Situatie: 6 Spt 4 cop 5/8
1667-46: op Peter Feecksz 5 cop
- Situatie: 5 Spt 7 cop 5/8
1668-46: ER STAAT: 7 Spt 2 cop
1670-46: v. Teunis Jansz Panne 3 cop
- v. Lambert Teeuwisz 4 cop
- Situatie: 6 Spt 6 cop 5/8
- ER STAAT: 7 Spt 4 cop
1675-37: v. Feeck Andriesz 1 cop 1/2
- Situatie: 7 Spt 5 cop 1/2
1676-37: v. Elbert Lambertsz Vos 4 cop 1/4
- Situatie: 8 Spt 1 cop 3/4
1682-31: op Peter Jansz Visser 1 Spt 4 cop
- op Gerrit Aertsz 1 Spt 1 cop
- op Gerrit Samuelsz tot Naerden 1 Spt 7 cop
- (is dit Samuel Joppen ?)
- op Evert Willemsz 1 Spt 1/4
- op Lambert Rijcksz (Lustig) 1 Spt 7 cop 1/2
- op Jan Pietersz Slocker/Boor 6 cop
-
ORA-184-3227A033/034; 10-09-1658: Acte van bewijs. Verklaren mits desen Jan Timensz Timmerman woonachtich tot huijsen aen d'eene ende Cornelis Dircksz Goijer woonachtich tot Alckmaer als Oom ende bloedtvoocht van Aeltgen Jans dochter van de
voorn. Jan Timens geprocreert bij Grietgen Dircks sijn overleden huijsvrouw mitsgaders Gerrit Jacobsz als mede-voocht van 't selve kindt; Acte van bewijs: stuck boulandt gelegen op de Nenge groot 4 schepel belendet met Jacob Gerritsz ten
Noorden, Willem Ghijsbertsz ten suijden ende voorsz Nengedijck ten Oosten. Item de somme van f 1.200 aen geldt en opvoeding. Jan Tijmensz Timmerman is hertrouwd.
-
ORA-184-3170; 15-03-1659: Schepen tot Huijsen
-
ORA-184-3187A230; 01-11-1659: Gerrit Jacobsz de Jonge/Jongh mede schepen deses dorps @ Teunis Jacobsz onse Buijrman beijde als curateurs over de boedel van Claes Lambertsz en verclaerden vercocht te hebben aen Willem Teeuwisz een acker landts
gelegen aen Zijtges bergh, groot 2 schepel, 1 spint en 4 roeden, belendet Timen Willemsz ten Noorden en Teunis Jansz ten suijden voor f 32/schepel; totaal f 69:4:13
-
ORA-184-3170; 25-01-1662: Gerrit Jacobsz de Jonge @ Teunis Jacobsz als curateurs van de boedel van Claes Lambertsz geven verantwoording; is ontvangen bij de verkoop f 1114:11:2, te weten: enz.
-
ONA-3669A153; 23-01-1669: Huwelijkse voorwaarden Willem Jacobsz Hennepman weduwnaar van Maritge Jacobs wonende tot Loosdrecht geassisteert met Gerrit Jacobsz de Jongh oud-schepen van Huijsen aan de ene, en Tijmentge Roeten weduwe van Cornelis
Willemsz wonende tot Huijsen geassisteert met Ruts Gerritsz Doorn en Tijmen Rutten Doorn oud-schepenen tot Huijsen en als gecooren voogden aan de andere zijde. Voor het kind van zijn overleden huijsvrouw f 450,-
-
ORA-184-3227A071/073; 12-03-1669; Huwelijksakte Adriaen Gerritsz Jes jongman tot huijsen @ Rutien Lamberts jonge dochter mede aldaer; Gerrit Jacobsz de Jonge als vader van voorn Adriaen Gerritsz Jes aen d'ene mitsgaders Jan Lambertsz Swart
schout deses dorps en broeder van de voorn Ruttgen Lamberts als oock Marten Lambertsz @ Gijsbert Elbertsz Deult, oomen van deselve Ruttgen Lamberts aen d'andere sijde
-
Huizen DTB-18-Lidmaten-01-01-1675: op Huijser Eijnde Gerrit Jacobsz Jes en Aeltje Adriaens echtelieden
-
ORA-184-3172; 30-05-1675b: Willem Gijsbertsz jegenwoordigh regerend schepen deses Dorps en Gerrit Jacobsz de Jonge als vooghden over 't nagelaten kint van Cornelis Hendricksz eijsschers CONTRA Cornelis Claesz Schipper ter sake van betalinge van
f 80 spruijtende over coop van seecker huijs
-
ONA-3706A015; 11-07-1678; Lijsbet Lamberts (36) wonende te huijsen verklaarde op verzoek van Gerrit Jacobsen de Jonge en Cornelis Cornelissen, voogden over Harmtien Lamberts nagelaten dochter van Lambert Aelten geprocreert bij Neeltien Lamberts
die een dochter was van Lambert Rijcksen zaliger
-
OAH-II-E-181; Verponding 1679: 4 6 1;1676,77,78 doorgehaald
-
OAH-214-Quohier zout en zeep; 09-05-1680: Sijlcoper en koehouder; m: 1, v: 1, kb: 1, dienstbode binnen: 1; Personen: 4
-
ORA-184-3228A036; 23-05-1682; 23-05-1682; Aeltien Ariens weduwe van Gerrit Jacobsz Jes verkoopt stuk veenland in Emenes aen Jacob Gerritsz Jes haer soon ŕ f 300;-
-
ORA-184-3173; 06-10-1682: Ten behoeve van knaep als procureur en arrest: van Harmanus van Limburgh Eijsscher wert tegens Aeltgen Ariaens weduwe van Gerrit Jacobsz de Jonge gedaegde en gearreste verleent het derde defaut en voor 't profijt van
dien condemneren schepenen de gedaegde aen de Eijsscher eerstelijk een somme van f 610:16 over geleverde waren en nogh een somme van f 500 enz
-
ONA-3718A026; 18-08-1700: Aaltien Adriaens weduwe van Gerrit Jacobsz de Jongh wonende binnen Huijsen verklaarde te hebben gemachtigd Lambert Rijcksz Lustigh haar schoonzoon neffens Rut Gerritsz Smit out-Buijrmr des dorps om te vorderen en te
vervolgen de erfenis die aan haar na het overlijden van Jacob Cornelissz nagelaten kint van Marritie Adriaans haar nicht verweckt bij Cornelis Jaap Boutsz zaliger als overgrootmoeder is aanbestorven. Ten dien eijnde de vooghden over het voorz
kint gestelt te interpelleren met betrekking tot de goederen die toendertijd bij wijlen Jacob Boutsen en zijn huijsvrouw des voorsz kints grootvader en grootmoeder
-
ORA-184-3175; 10-09-1700: Alsoo, Jacob Cornelisz, nagelaten minderjarige soon en erffgenaem van Cornelis Jaep Boutsz en Marritje Adriaens, deser werelt is comen te overlijden, en dat Aeltje Adriaens weduwe van Gerrit Jacobsz de Jonge
overgrootmoeder, en als naeste erffgenaem van deselve Jacob Cornelis desselfs vooghden heeft doen interpelleren en aennamen ten eijnde sijluijden aen de voorn. Aeltje Adriaens souden hebben te overhandigen alle soodanighe goederen als bij haar
overleden pupille nagelaten mochte sijn.. hebben goedgevonden aan Jacob Tijmensz @ Cornelis Killewigh als voogden over het voorz weeskind aen deselve Aeltje Adriaens alles te overhandigen
-
ORA-184-3215A036; 06-12-1700; Aeltje Adriaens weduwe van wijlen Gerrit Jacobsz de Jongh woonaghtigh alhier, maakt machtigh Lambert Rijcksz Lustigh jegenwoordigh schepen binnen dese dorpe, te doen verkopen landerijen als sij comparante op den
03-12-1700 soo in haer particulier en als erfgenaem van Jacob Cornelisz en als gemeen met Grietge Jaep/Jacobs Bouts, aen Jan Reijertsz Tullingh, Wijchert Jansz Doorn, Claes Jan Aelten, ende Rut Jansz Timmer, publick tot huijsen verkocht (Zie
A035),
relatie.
- Moeder:
Aaltien Adriaens ,
Gereformeerde Gemeente,
Lidmaten-1675-1,
ovl. op 10-10-1709 te Huijsen; < 1708,
begr. op 10-10-1709 te Huijsen; Pro Deo,
, -
ORA-184-3173; 06-10-1682: Ten behoeve van knaep als procureur en arrest: van Harmanus van Limburgh Eijsscher wert tegens Aeltgen Ariaens weduwe van Gerrit Jacobsz de Jonge gedaegde en gearreste verleent het derde defaut en voor 't profijt van
dien condemneren schepenen de gedaegde aen de Eijsscher eerstelijk een somme van f 610:16 over geleverde waren en nogh een somme van f 500 enz
-
ONA-3718A026; 18-08-1700: Aaltien Adriaens weduwe van Gerrit Jacobsz de Jongh wonende binnen Huijsen verklaarde te hebben gemachtigd Lambert Rijcksz Lustigh haar schoonzoon neffens Rut Gerritsz Smit out-Buijrmr des dorps om te vorderen en te
vervolgen de erfenis die aan haar na het overlijden van Jacob Cornelissz nagelaten kint van Marritie Adriaans haar nicht verweckt bij Cornelis Jaap Boutsz zaliger als overgrootmoeder is aanbestorven. Ten dien eijnde de vooghden over het voorz
kint gestelt te interpelleren met betrekking tot de goederen die toendertijd bij wijlen Jacob Boutsen en zijn huijsvrouw des voorsz kints grootvader en grootmoeder
-
ORA-184-3175; 10-09-1700: Alsoo, Jacob Cornelisz, nagelaten minderjarige soon en erffgenaem van Cornelis Jaep Boutsz en Marritje Adriaens, deser werelt is comen te overlijden, en dat Aeltje Adriaens weduwe van Gerrit Jacobsz de Jonge
OVERGROOTMOEDER, en als naeste erffgenaem van deselve Jacob Cornelis desselfs vooghden heeft doen interpelleren en aennamen ten eijnde sijluijden aen de voorn. Aeltje Adriaens souden hebben te overhandigen alle soodanighe goederen als bij haar
overleden pupille nagelaten mochte sijn.. hebben goedgevonden aan Jacob Tijmensz @ Cornelis Killewigh als voogden over het voorz weeskind aen deselve Aeltje Adriaens alles te overhandigen
-
ORA-184-3215A036; 06-12-1700; Aeltje Adriaens weduwe van wijlen Gerrit Jacobsz de Jongh woonaghtigh alhier, maakt machtigh Lambert Rijcksz Lustigh jegenwoordigh schepen binnen dese dorpe, te doen verkopen landerijen als sij comparante op den
03-12-1700 soo in haer particulier en als erfgenaem van Jacob Cornelisz en als gemeen met Grietge Jaep/Jacobs Bouts, aen Jan Reijertsz Tullingh, Wijchert Jansz Doorn, Claes Jan Aelten, ende Rut Jansz Timmer, publick tot huijsen verkocht (Zie
A035).
tr. op 01-04-1669
met
Ruthien Lamberts Swart, dr. van Lambert Jansz Swart en Gerritje Claes ,
ovl. te Huijsen; < 1699 ?; 184-3175; 25-04-1699,
, -
ORA-184-3227A067; 22-06-1667;
-
ORA-184-3227068; 22-06-1667;
-
ONA-3669A103; 31-12-1667
-
ORA-184-3227A071:12-03-1669:Huw.v.w.;
-
ORA-184-3227A073:12-03-1669:Huw.v.w.;
-
ONA-3708A44; 12-12-1680
-
ONA-3709A39; 26-09-1681
-
ORA-184-3175; 25-04-1699
-
ORA-184-3218A039; 01-04-1726: Lambert Willemsz Keijer (63) oud schepen alhier, Elbert Cornelisz Vos (60) mede alhier woonagtig, verklaarden ter requisitie van Lambert du Pré getrouwt met Aaltje Gijsbertsz Cos, wonende tot Sardam, mitsgaders
tern versoeke van Jan Adriaansz Jes als mede van Adriaan Lambertsz Jes wonende binnen dese dorpe Huijzen, dat sij seer wel hebben gekent en famillaire ommegang hebben gehad met Gijsbert Evertsz Cos en Rutje Lamberts (Swart) egtelieden, welke
egtelieden sij comparanten ook wel seer weten dat bij den anderen hebben geteelt en nagelaten is, een soon en een dogter genaamt Evert Gijsbertsz Cos en Aaltje Gijsbertsz Cos, sijnde de voorn: Evert Gijsbertsz Cos so sij bij gerugt hebben
gehoort in de Jaare 1707 voor de Camer van Enckhuijzen gevaren naar Ootsindie en aldaar nu enige tijd geleden overleden, en de voorn: Aaltje Gijsberts Cos, getrouwt en woonagtig te sijn tot Sardam, en wijders comparanten seer wel weten dat uijt
het voorsz huijwelijk geen andere kintkinderen sig bevinden, en mitsdien dat de voorn: Aeltje Gijsberts Cos de enigste suster is van de voorn. Evert Gijsbertsz Cos.
- Dat comparanten ook wel weten dat de voorn: Rutje Lamberts (Swart) alvorens het voorgemelde huijwelijk met Gijsbert Evertsz Cos, getrouwt is geweest met Adriaen Gerritsz Jes uijt welk huijwelijk geteelt en nagelaten sijn twee kinderen, met
name Jan Adriaansz Jes mede requirant in dese, en Lambert Adriaansz Jes welke alhier overleden zijnde nagelaten heeft een enige soon genaamt genaamt Adriaan Lambertsz Jes, welke is de laasten requirant en sulks dat de voorn: Jan Adriaansz Jes,
mitsgaders de voorn: Adriaan Lambertsz Jes de enige halve broeder en halve broederssoon is van de voorn: Evert Gijsbertsz Cos. Verder geen andere broeders of susters soo hele als halve of descendenten van dien (zie ook A060 en A062),
tr. (2)
met Gijsbert Evertsz Cos.
Uit dit huwelijk:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Lambert | *1670 | | †1699 | Huijsen | 29 | 1 | 2 |
2 | Jan | *1672 | Oostzaan | | | | 2 | 12 |
3 | Marretien | *1675 | | †1700 | Huijsen; DTB-12-Begraven-Impost: f 3,- | 25 | 1 | 1 |
>